Herinneringen ophalen

Wat een wereldschool! Al die verschillende nationaliteiten en achtergronden, ik vond het geweldig, net de maatschappij. En dat wilde ik ook graag: dat de school een kleine samenleving was, waar het fijn was om te zijn en waar je veel kon leren, waar je leerde op te komen voor jezelf en rekening te houden met anderen. Niet dat dat altijd lukte, maar dat gaf niet. Fouten maken, dat mocht ook. Als je maar niet gemeen of respectloos was, want daar had ik een hekel aan.

Zestien jaar heb ik leiding gegeven met veel plezier. Dat kwam ook door het team met mensen erin die graag de schouders eronder wilden zetten. Met een groot hart voor de kinderen, want een goede leerkracht beroert je hart, reikt je de hand en opent je ogen.

We speelden toneel: Peter en de wolf. Alle juffen en meesters hadden een rol. De kinderen smulden ervan. Voor de kleuters voerden we ‘Mama kwijt’ op. Er werd gezongen door het koor. De kinderen van groep 5 en 6 gaven uitvoeringen op muziekinstrumenten: viool, hobo, gitaar, contrabas, keyboard. Elke maand was er het Willem van Oranjetheater, waarvoor een groep een voorstelling had voorbereid. De harten werden beroerd. Ook als we met zijn allen met Kerstmis in de kerk zaten. Dan zag ik al die vrolijke snoetjes aandachtig naar me kijken voordat we gingen zingen en dan voelde ik de tranen prikken van ontroering.

Natuurlijk wilde ik ook dat er veel geleerd werd. We waren tenslotte een basisschool en geen hobbyclub. Er werd veel energie en tijd gestoken in het lees- en rekenonderwijs. Boeiende lessen werden er gegeven, zodat kinderen zin kregen om te leren. Met aardrijkskunde, geschiedenis en natuur gingen de kinderen zelf een onderzoeksvraag bedenken. Wat wilden ze graag te weten komen? We leerden over hoe een kinderbrein zich het beste ontwikkelt en in elke nieuwsbrief zette ik een breinregel, zodat de ouders dit thuis ook konden toepassen. En bewegen, dat was ook goed voor het brein! Dus werd er tussen de lessen door gehiphopt. De kinderen leerden samenwerkingsvormen, waarbij ze lekker even door de klas mochten lopen. Er kwam een Kinderraad, zodat de kinderen leerden te overleggen. Vaak hadden ze heel malle ideeën die niet uitvoerbaar waren: een zwembad op de speelplaats of de speelplaats veranderen in 1 groot voetbalveld.

En dan het schoolkamp van groep 8! Met het nachtspel in het bos: de kinderen tegen de juffen en meesters. Eng was het, want niemand mocht een zaklamp gebruiken en in het bos wachtten de juffen en meesters je op om je te tikken. En dan inleveren het ‘geld’ dat je opgehaald had. Arme kinderen, ze verloren elk jaar.

Genieten doe ik nog steeds van deze herinneringen. Van alle tekeningen en lieve briefjes die ik van de kinderen heb gekregen. De tikspelletjes die ik met ze op de speelplaats deed. Even lekker rennen, ik ook. De opgetogen gezichten met de stralende ogen. Een kind dat zijn hand in de mijne legt of twee armpjes die om me heen werden geslagen. Een mooi vak: werken met kinderen, ze iets leren, op allerlei gebied. Ik kan het iedereen aanraden: word meester of juf!

Betty van der Vlist, directeur van 1 april 2005 tot 1 augustus 2021